Fenomenaal verhalen vertellen met Pixar's 22 gouden regels

Eerder schreef ik over de regels die Pixar zelf hanteert voor het vertellen van hun (enorm succesvolle) verhalen. Waren het eerst nog slechts 22 tweets, nu zijn ze ook vereeuwigd in een grote infographic. Gaaf gedaan, en knoop ze goed in je oren als je ook maar iets met verhalenvertellen/-vertellers te maken hebt!

(klik=groot)

1. Je bewondert een personage meer om de dingen die ze proberen om ergens te komen, dan om de successen die ze behalen.
2. Je moet in gedachten houden wat er interessant aan is voor jou als zijnde het publiek, niet wat leuk is om te doen als schrijver. Dat kunnen namelijk twee totaal verschillende dingen zijn.
3. Proberen een thema aan te houden is belangrijk, maar je ziet pas waar het verhaal echt over gaat als je aan het einde bent gekomen. Begin nu opnieuw.
4. Er was eens… Elke dag… Op een dag… Daarom… Tot uiteindelijk…
5. Versimpel. Focus. Combineer karakters. Spring over omweggetjes. Je krijgt het idee waardevolle zaken te verliezen, maar het zal je bevrijden. 
6. Waar is je personage goed in en vertrouwd mee? Confronteer ze met exact het tegenovergestelde. Daag ze uit. Hoe gaan ze daarmee om?
7. Bedenk je einde voordat je het middenstuk uitvogelt. Serieus. Het einde is moeilijk, zorg dat je de jouwe van tevoren kloppend hebt.
8. Maak je verhaal af. Laat het los, zelfs als het niet perfect is. In een ideale wereld zou je allebei hebben, maar ga toch verder. Doe het de volgende keer beter.
9. Als je vast komt te zitten, maak dan een lijst met zaken die hierna NIET zouden gebeuren. Heel vaak levert dat je het materiaal op dat je weer op gang brengt.
10. Ontleedt de verhalen die jij leuk vindt. Wat je er leuk aan vindt, is een onderdeel van jou. Dat moet je (h)erkennen, voordat je het zelf kunt gebruiken.
11. Het op papier zetten zorgt ervoor dat je het afkrijgt. Als het in je hoofd blijft zitten, ook al is het een perfect idee, zul je het nooit met iemand delen.
12. Laat het eerste wat in je opkomt achterwege. Net als het tweede, derde, vierde, vijfde… Voorkom het meest voor de hand liggende. Verras jezelf.
13. Geef je personages meningen. Passieve en kneedbare personages lijken misschien fijn voor jou als schrijver, maar werken als vergif op je publiek. 
14. Waarom moet je DIT verhaal vertellen? Welk geloof brandt er in jou waar dit verhaal uit voortkomt? Dat is het hart van je verhaal.
15. Als jij jouw personage was in deze situatie, hoe zou jij je dan voelen? Eerlijkheid geeft kredietwaardigheid aan ongeloofwaardige situaties. 
16. Wat zijn de belangen? Geef het publiek redenen om het personage aan te moedigen. Wat gebeurt er als ze er niet in slagen? Stapel de kansen daarop op.
17. Werk is nooit voor niets. Als het niet werkt, laat het los en ga door. Er komt een moment dat het wél bruikbaar voor je is.
18. Je moet jezelf kennen; het verschil tussen je best doen en druk bezig zijn. Verhalen schrijven is testen, niet verfijnen.
19. Toeval dat je personages in de problemen brengt is geweldig, toeval dat je personages daar weer uit krijgt is vals spelen. 
20. Oefening: ontleedt de bouwstenen van een film die je niet goed vindt. Hoe zou jij ze herschikken tot iets wat je wel goed vindt?
21. Je moet jezelf identificeren met de situatie/personages. Je kunt niet gewoonweg ‘cool’ schrijven. Wat zou JOU ertoe bewegen je zo te gedragen?
22. Wat is de essentie van je verhaal? De meest efficiënte manier om het te vertellen? Als je dat weet, kun je daarop verder bouwen.